Coördinator Kinderrechtencollectief: ‘pre-sessie UPR bere-interessant’

“Bere-interessant”, zo omschrijft Brigitte Boswinkel, coördinator van het Kinderrechtencollectief, de pre-sessie van de op Nederland gerichte Universal Periodic Review (UPR) van de VN-Mensenrechtenraad. In het Palais des Nations in Genève, de zetel van de Mensenrechtenraad, sprak Brigitte de raad toe in het bijzijn van permanente vertegenwoordigingen van landen bij de VN. Met een aantal van deze diplomaten ging Brigitte op speeddate en met andere dronk ze koffie in de Serpentine Bar. Alles om kinderrechten op de kaart te zetten en een eerlijk beeld te geven van de kinderrechtensituatie in Nederland.

UPR ook kinderrechtenexamen

Het UPR-proces houdt kort gezegd in dat Nederland om de vijf jaar een ‘mensenrechtenexamen’ moet afleggen. De 193 landen die lid zijn van de Verenigde Naties kunnen elkaar bevragen en aanbevelingen doen om de mensenrechtensituatie in het land onder review te verbeteren. Ze doen dit aan de hand van rapportages van het maatschappelijk middenveld, rapporten van VN-verdragscomités en het statenrapport van de betreffende overheid. Binnen de UPR vroeg het Kinderrechtencollectief dit jaar voor het eerst aandacht voor de situatie van kinderen in Nederland. “Het viel ons op dat maar vijf procent van de door Nederland aangenomen aanbevelingen uit 2017 betrekking had op kinderen, terwijl kinderrechten ook onder mensenrechten vallen” zegt Brigitte. “Vijf procent is erg weinig, niet alleen omdat ongeveer een vijfde van onze bevolking bestaat uit kinderen, maar ook omdat de rechten van een deel van hen nog steeds niet of onvoldoende worden nageleefd.”

Belang UPR voor kinderrechten

Nadat het Kinderrechtencollectief in maart 2022 een rapportage bij de Mensenrechtenraad had ingediend, ontving het een uitnodiging om deze toe te lichten tijdens de zogenaamde pre-sessie in Genève. “We waren blij en voelden ons vereerd”, zegt Brigitte. “Uit het door Nederland geratificeerde VN-Kinderrechtenverdrag vloeien verplichtingen voort. Hoewel het VN-Kinderrechtencomité dit monitort, is het belangrijk dat bijvoorbeeld onze buurlanden en internationale handelspartners weten hoe het ervoor staat met kinderrechten in Nederland. Als het gaat om mensenrechtenschendingen in andere landen blazen we hoog van de toren, maar in Nederland moet het ook beter. Het UPR-proces is een mooi middel om de druk te verhogen en andere landen de kans te geven onze overheid op de vingers te tikken.”

Pre-sessie

Het Kinderrechtencollectief stelde, voortbordurend op de door Nederland aangenomen en op kinderen betrekking hebbende recommendations uit 2017, nieuwe aanbevelingen op. Die gaan over het jeugdstrafrecht, de bescherming tegen seksuele uitbuiting en mensenhandel, de door Nederland gemaakte voorbehouden op het VN-Kinderrechtenverdrag en de ratificatie van het klachtenprotocol dat bij dit verdrag hoort. Het collectief formuleerde ook aanbevelingen voor kinderen die asiel aanvragen in Nederland, een onderwerp dat in 2017 niet aan bod kwam, maar dat mede gezien de situatie in Ter Apel zeer actueel is. Naast het Kinderrechtencollectief waren ook het College voor de Rechten van de Mens en vier (andere coalities van) Nederlandse ngo’s uitgenodigd voor de pre-sessie. Van tevoren hadden de zes organisaties de elkaar soms overlappende onderwerpen verdeeld. Het college bracht bijvoorbeeld het in de rapportage van het Kinderrechtencollectief genoemde thema ‘gelijkheid, non-discriminatie en rassendiscriminatie’ ter sprake.

Voorafgaand aan de pre-sessie volgden alle woordvoerders drie verplichte (online) trainingen bij UPR Info. De presentatie moest, aldus Brigitte, kort (maximaal 5 minuten) en to the point zijn, met een strakke PowerPoint. Daarnaast moesten de aanbevelingen, die in november hopelijk door andere landen worden overgenomen, voldoen aan de SMART-principes. “De pre-sessie ging mede daardoor goed”, zegt Brigitte. “We hebben in korte tijd een eerlijk en actueel verhaal kunnen vertellen over de mensen- en kinderrechtensituatie in ons land.”

Lobby

Na de pre-sessie waren er speeddates van tien minuten tussen de ngo’s en permanente vertegenwoordigingen. Het Kinderrechtencollectief had dates met buurlanden, handelspartners, landen die de vorige keer aanbevelingen aan Nederland hadden gedaan en landen die altijd aanbevelingen doen op het gebied van kinderrechten. “Gedurende de speeddates gaven we de diplomaten extra informatie over de voor hun land interessante kinderrechtelijke onderwerpen”, vertelt Brigitte. “Meestal zeiden ze dat ze maximaal een tot twee kinderrechtelijke aanbevelingen wilden doen aan Nederland. We hopen dat ze die van ons overnemen. We hadden overigens ook afspraken met diplomaten buiten de speeddates om, met hen gingen we koffiedrinken in de Serpentine Bar. Echt bere-interessant allemaal, mede door het verschil in culturele omgangsvormen. In oktober hebben we nog een aantal Zoom-gesprekken staan. In totaal hebben we straks, voordat de aanbevelingen moeten worden gedaan, zo’n 25 landen gesproken.”

Overheid met billen bloot

Als sluitstuk van de review presenteert de overheid in november 2022 haar (al ingediende) statenrapport aan de Mensenrechtenraad. De zogenaamde trojka, dat zijn drie landen (in dit geval de Verenigde Arabische Emiraten, Gambia en Venezuela) die optreden als rapporteurs, bereidt die sessie voor. Daarop volgt een dialoog tussen de raad en Nederland, waarna de aanbevelingen van andere landen volgen. Nederland kan deze, meestal twee- tot driehonderd aanbevelingen, gemotiveerd verwerpen of ondersteunen. In het laatste geval moet de overheid ermee aan de slag. “In november”, zegt Brigitte, “moet de overheid met de billen bloot. Ik hoop van harte dat Nederland dit jaar meer kinderrechtelijke aanbevelingen ontvangt en meer dan vijf procent gaat ondersteunen. Als de overheid niks of te weinig met die aanbevelingen doet, gaan we in gesprek of springen we in. Dat is onze taak als coalitie van ngo’s.”

Meer informatie:

 

‘Een eerlijke toekomst voor kinderen is geen wens maar hun recht’

‘Een eerlijke toekomst voor kinderen is geen wens maar hun recht’

Julie Verhaar is van oorsprong fondsenwerver. Zowel nationaal als internationaal zette zij zich vol in voor veel verschillende organisaties. Zoals het Rode Kruis, Greenpeace, Amnesty en UNICEF. Inmiddels is ze sinds twee jaar directeur van Terre des Hommes en gebruikt ze al haar kennis, ervaring én passie voor deze prachtige…

Lees meer

Samen voor kinderrechten: terugblik op de nationale kinderrechtendialoog 2025

Samen voor kinderrechten: terugblik op de nationale kinderrechtendialoog 2025

Op 7 april vond de Nationale Kinderrechtendialoog 2025 plaats: een jaarlijks evenement waar kinderen, jongeren, beleidsmakers en kinderrechtenorganisaties samenkomen om ervaringen en perspectieven uit te wisselen over kinderrechten in Nederland. Het doel van de dag? Concrete vervolgstappen bespreken om kinderrechten in Nederland beter te beschermen. Een sterke aftrap De dag…

Lees meer

Het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 verbetert de rechtspositie van kinderen

Het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 verbetert de rechtspositie van kinderen

Kinderen hebben volgens artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag recht op sociale zekerheid. Dit betekent dat ze zelfstandig toegang hebben tot financiële ondersteuning en voorzieningen die hun welzijn bevorderen. Nederland is het enige land ter wereld dat een voorbehoud maakt op dit recht. Hierdoor kunnen kinderen in Nederland niet zelfstandig aanspraak…

Lees meer