Op 20 november 2018 namen 150 leerlingen uit groep 7 en 8 van verschillende basisscholen plaats op de bekende blauwe stoelen. Het was voor het eerst in de parlementaire geschiedenis dat er een Kindervragenuur plaatsvond in Den Haag. Vijf kinderen van basisscholen uit Almere, Enschede, Lisse, Middelburg en Panningen kwamen aan het woord. Zij kregen de gelegenheid om over verschillende kwesties vragen te stellen aan de kabinetsleden.
Eerste Kindervragenuur: 5 kinderen, 5 vragen
Tijdens dit eerste kindervragenuur stelden de basisschoolkinderen vijf kwesties aan de kaak.
- Ruby Moll vroeg aan premier Rutte:
Waarom hebben kinderen onder de 18 jaar geen stemrecht? - Fons Peereboom vroeg aan minister Slob van Basis- en Voortgezet Onderwijs:
Waarom is er een gebrek aan aandacht voor sporten en bewegen op scholen? - Estée Pattipeiluhu vroeg aan minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:
Waarom kunnen veel ouders niet voor hun kinderen zorgen? Waarom is er een gebrek aan pleeggezinnen en hoe kunnen we de pleegzorg in algemene zin verbeteren? - Elin de Vries vroeg aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat:
Wat moeten mensen met een gasfornuis doen als er geen gas meer wordt gewonnen? - Sam van de Bovenkamp vroeg aan minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap:
Waarom krijgen mensen met een lager opleidingsniveau (VMBO) minder salaris als ze gaan werken, terwijl ze meer doen?
Het Kindervragenuur is een initiatief van D66-Kamerlid Rens Raemakers. Op deze manier worden kinderen en jongeren betrokken bij het werk van Kamerleden. Volgens de ministers was dit het meest beschaafde en het vriendelijkste debat sinds tijden.