Gezagsbeëindiging ongeboren kind afgewezen

Onlangs heeft de Rechtbank Overijssel het verzoek om gezagsbeëindiging ten aanzien van een ongeboren kind afgewezen. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat minder zware maatregelen – zoals een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing – niet mogelijk zijn. Beëindiging van het gezag is op dit moment niet noodzakelijk in het belang van de ongeborene. De rechtbank oordeelt dat juist met het oog op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), alsmede artikelen 7 en 9 van het International Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) telkens dient te worden gemotiveerd waarom een maatregel wordt genomen en hoe de maatregel zich verhoudt tot andere, mogelijke, maatregelen.

De Rechtbank stelt voorop dat het belang van het kind, conform artikel 3 IVRK, voorop staat in de te nemen beslissing. Daarbij komt dat het kind dat niet verblijft in het eigen gezin, ingevolge artikel 20 IVRK, recht heeft op zekerheid, continuïteit en ongestoorde hechting in de alternatieve leefsituatie en duidelijkheid over zijn opvoedingsperspectief. Andere relevante bepalingen zijn artikel 8 EVRM en artikelen 7 en 9 van het IVRK. De uiteindelijke maatregel dient evenredig te zijn tot de beoogde doelen.

Artikel 8 EVRM biedt ouders en kinderen het recht op bescherming van hun “gezinsleven””, waaronder ook dient te worden begrepen het recht van ouders en kind op verzorging en opvoeding van een kind door de ouders en het ouderlijk gezag. Een inbreuk op het recht op eerbiediging van het gezinsleven is slechts gerechtvaardigd indien dit noodzakelijk is, een en ander zoals in artikel 8 lid 2 EVRM is bepaald. Bij mogelijk toepassen kinderbeschermingsmaatregel, zoals uithuisplaatsing hebben ouders er recht op dat hun belangen op een behoorlijke wijze in de afweging tot het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel worden betrokken.

Klik hier voor de uitspraak van Rechtbank Overijssel, d.d. 14 april 2016 (ECLI:NL:RBOVE:2016:1796) Art. 8 EVRM, Art. 7 & 9 IVRK, Art. 1:266 BW.

‘Een eerlijke toekomst voor kinderen is geen wens maar hun recht’

‘Een eerlijke toekomst voor kinderen is geen wens maar hun recht’

Julie Verhaar is van oorsprong fondsenwerver. Zowel nationaal als internationaal zette zij zich vol in voor veel verschillende organisaties. Zoals het Rode Kruis, Greenpeace, Amnesty en UNICEF. Inmiddels is ze sinds twee jaar directeur van Terre des Hommes en gebruikt ze al haar kennis, ervaring én passie voor deze prachtige…

Lees meer

Samen voor kinderrechten: terugblik op de nationale kinderrechtendialoog 2025

Samen voor kinderrechten: terugblik op de nationale kinderrechtendialoog 2025

Op 7 april vond de Nationale Kinderrechtendialoog 2025 plaats: een jaarlijks evenement waar kinderen, jongeren, beleidsmakers en kinderrechtenorganisaties samenkomen om ervaringen en perspectieven uit te wisselen over kinderrechten in Nederland. Het doel van de dag? Concrete vervolgstappen bespreken om kinderrechten in Nederland beter te beschermen. Een sterke aftrap De dag…

Lees meer

Het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 verbetert de rechtspositie van kinderen

Het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 verbetert de rechtspositie van kinderen

Kinderen hebben volgens artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag recht op sociale zekerheid. Dit betekent dat ze zelfstandig toegang hebben tot financiële ondersteuning en voorzieningen die hun welzijn bevorderen. Nederland is het enige land ter wereld dat een voorbehoud maakt op dit recht. Hierdoor kunnen kinderen in Nederland niet zelfstandig aanspraak…

Lees meer