Tijdens het online jubileumevent van het Kinderrechtencollectief op 30 oktober vonden er behalve een kinderrechtendebat ook acht break-outsessies plaats. Vertegenwoordigers van kinderrechtenorganisaties, kennisinstituten, (lokale) overheden en jongeren luisterden naar kinderrechtenexperts, gingen met elkaar in gesprek via de chat en reageerden op diverse interessante stellingen. Vandaag geven we een samenvatting van de break-outsessie over mensenhandel en seksuele uitbuiting.
Introductie: mensenhandel en seksuele uitbuiting
Mensenhandel draait niet om het verhandelen van mensen, maar om uitbuiting. Uitbuiting kent verschillende vormen, een daarvan is seksuele uitbuiting. Deze sessie gaat over de aanpak van seksuele uitbuiting van kinderen en de opsporing van daders. Het recht van kinderen om beschermd te worden tegen seksuele uitbuiting staat in artikel 34 van het Kinderrechtenverdrag. Het eerste Facultatief Protocol bij het Kinderrechtenverdrag (over de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie) spoort aan tot opsporing en vervolging en tot kindvriendelijke procedures voor slachtoffers. Ook vestigt het de aandacht op het onevenredige aantal meisjes dat slachtoffer is van seksuele uitbuiting.
In Nederland is seksuele uitbuiting van kinderen als seksueel misdrijf strafbaar gesteld in artikel 248b Wetboek van Strafrecht en als mensenhandel in artikel 273f. De aanpak van seksuele uitbuiting bevindt zich op het snijvlak van zedenmisdrijf en mensenhandel.
De sessie staat onder leiding van Dyonne Pennings, technisch adviseur seksuele uitbuiting bij Terre des Hommes. Krista, operationeel specialist van de AVIM (afdeling Vreemdelingenpolitie, identificatie en mensenhandel) van de politie Den Haag en Jasper Iking, programmamanager van WATCH Nederland, vertellen wat ze in de praktijk tegenkomen en hoe ze (samen)werken.
AVIM-signaalteam
Het signaalteam onderzoekt of een melding mogelijkheden biedt voor verdere onderzoekshandelingen, zoals een prostitutiecontrole, analyses in de politiesystemen, een informatief gesprek of een aangifte. Tegelijkertijd wordt bepaald of de melding bij de afdeling Zeden of bij AVIM (of een combinatie daarvan) thuishoort. Op de afdeling wordt vervolgens besloten of er een uitgebreid opsporingsonderzoek zal plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld financieel, digitaal en/of internationaal zijn. Ook zonder aangifte kan het team tot vervolging overgaan, mits er voldoende informatie is.
WATCH Nederland
WATCH Nederland, een ngo, bestrijdt online seksuele uitbuiting van minderjarigen. Dit doen zij door meldingen te onderzoeken en zelf proactief onderzoeken te doen. Het team van WATCH bestaat uit forensische ICT’ers en onderzoekers die voorheen bij de politie werkten. Door middel van het inzetten van innovatieve digitale tools doen zij online onderzoek naar seksuele uitbuiting van minderjarigen. Met deze aanpak richt het WATCH- team zich dus voornamelijk op daders.
Casus
Aan de hand van een bestaande casus leggen Krista en Iking uit hoe AVIM en WATCH samenwerken.
“Emma heeft een voorgeschiedenis bij jeugdzorg. Ze heeft een licht verstandelijke beperking en liep vaak weg. In 2018 komt er een melding binnen bij de politie dat ze door een jongen tegen haar zin wordt vastgehouden. Na doorverwijzing door het signaalteam heeft Zeden een informatief gesprek met Emma en daaruit blijkt dat een eventueel onderzoek toch bij AVIM thuishoort. Er zijn namelijk signalen die op mensenhandel duiden. AVIM neemt de melding in behandeling en wil een gesprek plannen met Emma, maar zij wil niet (verder) meewerken aan het onderzoek, omdat ze haar verhaal al heeft gedaan. De politie heeft te weinig informatie om een onderzoek te starten.
In de tussentijd neemt familie van Emma contact op met WATCH Nederland. Emma ervaart dit als laagdrempelig en werkt mee aan het onderzoek van WATCH. Hier gaat veel tijd overheen, ook omdat eerst het vertrouwen van Emma moet worden gewonnen. Uiteindelijk doet WATCH een aantal bevindingen met betrekking tot mogelijke daders. Hiervan wordt een rapport opgemaakt, dat wordt gedeeld met de AVIM.
AVIM ontvangt het rapport van WATCH met informatie over drie van de vier daders, op basis waarvan ze snel geïdentificeerd kunnen worden. Helaas is er toch geen duidelijk bewijs voor een mensenhandel- of zedendelict. De informatie is te beperkt en er is geen duidelijke verdenking. Het onderzoek stopt.
WATCH houdt ondertussen contact met Emma. Hoewel dit niet leidt tot nieuwe bevindingen, is Emma blij met de ondersteuning. Ze wordt doorverwezen naar de juiste zorg.”
Discussie
De hierop volgende discussie gaat over de rol van ngo’s in de opsporing. Een deelneemster zegt: We weten uit onderzoek dat kinderen het heel vervelend vinden als ze met meerdere professionals moeten spreken over hun traumatische ervaringen. Ze willen hun verhaal (liever) niet vaker doen.” Ze vraagt zich daarom af hoe de overlap van het werk tussen WATCH en AVIM is geregeld en of die aanpak in het belang van het kind is. Krista geeft aan dat AVIM en WATCH elkaar aanvullen: “Het is heel waardevol als programma’s zoals WATCH naar slachtoffers kunnen luisteren als ze niet met de politie willen of kunnen praten. WATCH doet geen opsporing, dat is uitsluitend een taak van de politie.”
Een andere deelnemer zegt dat gemeenten vaak geen idee hebben dat er uitbuiting plaatsvindt in hun gemeente, waardoor slachtoffers niet worden gesignaleerd. Samenwerking met de gemeente en andere ngo’s, zoals Chat met Fier, is daarom erg belangrijk.