Kinderrechten

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Op 20 november 1989 namen de Verenigde Naties het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind aan. In dit Kinderrechtenverdrag staan 54 artikelen met afspraken over de rechten van kinderen en jongeren tot 18 jaar. Bijna alle landen in de wereld hebben het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Nederland ook, sinds 1995. Na ratificering van het verdrag moet een land zich aan het verdrag houden. Een land moet er dan voor zorgen dat alle wetten en regels zo worden aangepast dat zij voldoen aan de eisen die het verdrag stelt.

Waarom kinderrechten belangrijk zijn

Ongeveer een derde van de wereldbevolking is kind. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders en verzorgers. Naarmate ze ouder worden, zijn ze dat uiteraard steeds minder. Desalniettemin zijn ze afhankelijk van anderen. En dat maakt kwetsbaar. Zo lopen kinderen een grotere kans op bepaalde ziekten. Ook kunnen ze zichzelf  nog niet goed verdedigen of beschermen. Daardoor zijn ze kwetsbaarder voor mishandeling of uitbuiting. Omdat kinderen nog in ontwikkeling zijn en daarbij afhankelijk zijn van de liefde, zorg en aandacht van volwassenen is het goed dat er kinderrechten zijn. Deze kinderrechten zijn minimumeisen waar aan voldaan dient te worden in de omgang met en zorg voor kinderen. Door iedereen en in het belang van ieder kind.

Kinderrechten zijn er voor alle kinderen. Ongeacht hoe oud ze zijn, waar ze vandaan komen of hoe ze eruit zien. Ongeacht of ze arm of rijk zijn. Ongeacht of ze gedocumenteerd zijn of niet. En ongeacht of ze een handicap hebben of niet. Tussen kinderen mag niet gediscrimineerd worden.

Dat kinderrechten zijn opgetekend in een – door vrijwel alle staten ter wereld ondertekend – Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind is belangrijk. Andere landen kunnen er dan namelijk ook op aangesproken kunnen worden indien sprake is van de schending of veronachtzaming van de rechten van kinderen.

Kinderrechten in Nederland: vanzelfsprekend, toch?

Nederland is een rijk en welvarend land waar de meeste dingen goed geregeld zijn voor kinderen. Toch geldt dit helaas nog niet voor alle kinderen in ons land. Zo groeit één op de negen kinderen in Nederland op in armoede. Ook zijn er kinderen in Nederland slachtoffer van mishandeling, misbruik of verwaarlozing. En wat te denken van de vluchtelingenkinderen die in asielzoekerscentra wonen? Zij kunnen niet altijd naar school en moeten heel vaak verhuizen, waardoor zij niet echt vrienden kunnen maken. Kortom: ook in Nederland zijn er kinderen voor wie het belangrijk is dat hun rechten beschermd worden.

Internationale Dag voor de Rechten van het Kind

Jaarlijks wordt op 20 november de internationale Dag voor de Rechten van het Kind gevierd. Deze datum is gekozen, omdat de Verenigde Naties op 20 november 1989 het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind hebben aangenomen.

Alle rechten:

Artikel 1: Definitie ‘kind’

Artikel 2: Geen discriminatie

Artikel 3: Belang van het kind

Artikel 4: Realiseren van kinderrechten

Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind

Artikel 6: Leven en ontwikkeling

Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie

Artikel 8: Eerbiediging identiteit

Artikel 9: Scheiding van kind en ouder

Artikel 10: Gezinshereniging

Artikel 11: Kinderontvoering

Artikel 12: Mening van het kind

Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting

Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst

Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering

Artikel 16: Privacy

Artikel 17: Toegang tot informatie

Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders

Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing

Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg

Artikel 21: Adoptie

Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen

Artikel 23: Kind met handicap

Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg

Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing

Artikel 26: Sociale voorzieningen

Artikel 27: Toereikende levensstandaard

Artikel 28: Onderwijs

Artikel 29: Doel onderwijs

Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen

Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie

Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid

Artikel 33: Drugsmisbruik

Artikel 34: Seksuele uitbuiting

Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen

Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting

Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming

Artikel 38: Gewapende conflicten

Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld

Artikel 40: Jeugdstrafrecht

Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen

Artikel 42: Voorlichting

Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind

Artikel 44: Rapportageverplichting

Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties

Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging